-
1 bent
adj. krom; corrupt; gek; homosexueel; niet redevatbaar--------n. neiging, aanleg, voorliefdebent1[ bent] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:have a bent for something • een zwak/aanleg hebben voor iets————————bent21 afwijkend ⇒ krom, illegaalII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉♦voorbeelden:bent on his work • geconcentreerd bezig met zijn werk————————bent3→ bend bend/ -
2 a strong mathematical bent
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский